Focusthema 2
Kruiswoordraadsel
Vul het kruiswoordraadsel in. Klik daarna op de antwoordknop. Klik op de tipknop om een letter te kijgen. Klik op het cijfer voor meer uitleg.
Horizontaal |
1. | Denkbeeldig rooster, opgebouwd uit lengtecirkels en breedtecirkels dat je helpt bij het situeren van een plaats op de aarde. | 3. | Kaart van een gemeente met daarop alle straatnamen. | 4. | De 4 ............ zijn noord, oost, zuid en west. | 6. | Als je iets moet opzoeken in je atlas kijk je eerst in je ... daarna in je register. | 7. | Kaart van een klein gebied met schaal groter dan 1/10 000. | 8. | De helft van de aardbol. Er bestaat een noordelijk, een zuidelijk, een westelijk en een oostelijk ... | 9. | Breuk die aangeeft hoeveel maal de werkelijke afstanden verkleind zijn op de kaart. | 10. | Combinatie van breedteligging en lengteligging | 12. | Gebruikte tekens op een kaart | 13. | Nagaan waar men zich bevindt ten opzichte van de windstreken (juiste richting bepalen). | 14. | Denkbeeldige cirkel, evenwijdig met de evenaar (parallell). | 15. | Lijnstuk bij een kaart waarmee je de werkelijke afstand direct kunt aflezen. | 16. | De 4 windstreken zijn noord, oost, zuid en west. | 17. | Lengtecirkel evenwijdig aan meridiaan van Greenwich | 19. | Alfabetische lijst van plaatsen, rivieren, streken … met vermelding van de kaartbladzijde en het kaartvak waarop dat voorkomt. | 22. | Een lijst met de verklaringen van de symbolen en kleuren die op de kaart voorkomen. | 23. | Denkbeeldige cirkel; verdeelt de aarde in 2 halfronden: het noordelijk en het zuidelijk halfrond. |
|
Verticaal |
2. | Denkbeeldige lengtecirkel die door Greenwich loopt en de aarde verdeelt in een westelijk en een oostelijk halfrond. | 5. | Aanduiden waar een plaats ligt op een kaart of in de werkelijkheid. | 11. | Kaart over een bepaald thema of onderwerp | 18. | Zie breuk- en lijnschaal | 20. | Aanduiden waar een plaats ligt ten opzichte van iets anders op een kaart of in werkelijkheid. | 21. | Instrument om je te oriënteren en waarbij de naald het noorden aangeeft. |
|