4 Verschil rijk - arm

iDevice-pictogram Cornelius en Aurelia ...
Aurelia vertelt ...

Soms ben ik best wel een beetje jaloers op Cornelius. Hij krijgt elke dag les. Hij wordt zeker en vast een slimme jongen. Ik heb niet veel tijd om te spelen met mijn vrienden. Mijn ouders werken heel hard om elke morgen heel vroeg op de markt te kunnen staan. Wanneer ik niet moet meehelpen, dan let ik vaak op mijn kleinere zusjes. Mama heeft daar geen tijd voor. Als het niet te druk is op de markt, kan ik even met mijn vriendinnetjes rondlopen. Soms spelen we met onze zelfgemaakte poppen en eens om de zoveel weken trekken we met z’n allen naar de arena. Daar kijken we naar de gladiatoren.


Opdracht!

Aurelia is de dochter van een gewone Romein. Zij is wel een beetje jaloers op Cornelius, de zoon van een rijke magistraat. In die tijd was er al een groot verschil tussen rijk en arm. Met behulp van dit tekstje moet je zeker enkele verschillen kunnen opschrijven. Controleer achteraf. Je mag ook je handboek gebruiken. Je kan ook de strip nog eens lezen op blz. 46.



iDevice-pictogram Middeleeuwen
Toon afbeelding 1
1
Toon afbeelding 2
2
Toon afbeelding 3
3
Toon afbeelding 4
4
Toon afbeelding 5
5
Toon afbeelding 6
6
iDevice-pictogram Rijk - arm

In de Middeleeuwen / de tijd van burchten en steden was er ook een groot verschil tussen arm en rijk. De gewone mensen vermaakten zich anders dan de rijke.

Bekijk de tekeningen en vul in: koekhappen, riddertornooi, troubadours, schaakspel , volksdansen , ketelslaan.

Vul ook het nummer van de tekening in bij de juiste zin.


Minstrelen en zorgen voor dans en muziek.

is één van mijn favoriete en lekkerste spelletjes.

is eigenlijk ook best grappig voor de kinderen.

Het is een spannende en leuke bezigheid.

Een ! Daar kijkt echt iedereen naar uit! Dat is een echt spektakel.

Vader en moeder zijn verzot op .
  

Nieuwe Tijden
De kloof tussen arm en rijk was nooit groter dan in die periode. De gewone man moest echt alles doen om te overleven.

Celina was de dochter van een fabrieksarbeider.

Kruis aan wat past bij haar.

Ik woon in een mooi statig herenhuis.
De zaterdag en de zondag moet ik niet werken.
Als ik ziek word, volgt onmiddellijk ontslag.
Ik heb een werkboekje waarin de patroon al zijn klachten noteert.
Ik heb weinig te eten.
Ik woon in een piepklein huisje met mijn broers en zussen.
Elke dag werk ik twaalf tot vijftien uur.
Met de patroon kan ik een gesprekje voeren over het werk.
Als ik een beetje vrije tijd heb, dan speel ik toneel.