1 Ik ken deze woorden
Ik ken ...
Vul het passende cijfer in. |
|||||
1 | nederzetting | 2 | hut | 3 | Latijn |
4 | binnenplaats | 5 | villa | 6 | wasbordje |
7 | kasteel | 8 | archeologen | 9 | ridderzaal |
10 | historicus | 11 | wapenkamer | 12 | bronnen |
13 | leem |
In de 14e eeuw woont de landheer in een ... | |
De Romeinse jongen Claudio woont in de 2e eeuw na Christus in een ... |
|
De mensen die zoeken naar overblijfselen van het verleden noemen we ... |
|
Mensen hebben altijd getekend, geschilderd en beelden gemaakt. Ook die vertellen ons van alles over de geschiedenis. We noemen dat ... | |
Een soort klei waarmee de wand van een hut wordt ingesmeerd. | |
In het kasteel worden de wapens bewaard in de ... | |
De Romeinse jongen Claudio leert lezen en schrijven op een ... | |
Iemand die de geschiedenis onderzoekt. Hij gaat na of verhalen uit het verleden feiten of meningen zijn. | |
Daar ontvangt de kasteelheer zijn bezoek. Hij houdt er grote feesten. |
|
Woning uit de 5e eeuw voor Christus gemaakt van hout, leem of klei met een rieten dak. |
|
Een heel oude Romeinse taal is het ... |
|
In de 5e eeuw voor Christus leven en werken de mensen in een ... | |
In het kasteel is er op de ... een grote waterput. |