2 Ik begrijp deze woorden
Ademhalingsstelsel
Vul het juiste cijfer en woord in. Soms kan je de cijfers meerdere keren invullen.
|
De lucht stroomt door het strottenhoofd | naar de luchtpijp .
In de longblaasjes | wordt afgegeven aan het bloed.|
De luchtpijp | heeft kraakbeenachtige wanden.|
De longen | zijn sponsachtig en roze van kleur. Ze bestaan uit miljoenen longblaasjes.|
Bij het uitademen worden koolstofdioxide en water uit het bloed opgenomen door de longen | en uitgeademd.|
De longen | steunen op het middenrif . Bij iedere ademhaling wordt het middenrif naar beneden gedrukt.
Bloedsomloop
Vul de cijfers in van 1 tot 5. Daarna moet je woorden invullen.
|
|
Slagaders vervoeren bloed van het hart weg. |
|
De kleine bloedsomloop boven de zwarte streep vervoert bloed van en naar de longen. |
|
|
In de longen gebeurt de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide. | |
|
De grote bloedsomloop onder de zwarte streep vervoert bloed naar alle organen van het lichaam |
|
|
Aders vervoeren bloed naar het hart. | |
Het bloed wordt gefilterd in de | .||
46 % van de mensen in ons land hebben bloedgroep | .||
|
dichten wonden af.||
In ons bloed vind je rode en witte
|
.
Skelet en spieren
Vul in: geraamte, ribbenkast, spieren, pezen, botjes, ruggengraat.
|
geven, samen met de botten en gewrichten, stevigheid en vorm aan ons lichaam. Ze zetten ons lichaam in beweging.
De | en spieren zijn vastgehecht aan de beenderen. Ons geraamte is de kapstok waaraan spieren en pezen zijn vastgemaakt.
Ons lichaam is opgebouwd rond een | of skelet. We hebben 206 botten. De meeste zitten in onze handen en voeten.
Onze
|
telt 32 wervels. Daartussen zitten kraakbeenschijven.
Achter onze
|
zitten onze belangrijke organen veilig verbonden.
Voor de spiegel
Kruis aan wat juist is.
|
Onze tanden hebben allemaal dezelfde vorm.
| |
Wij hebben vier soorten tanden.
| |
Met onze kiezen snijden we het voedsel in stukken.
| |
Onze hoektanden hakken het voedsel in nog kleinere stukken.
| |
Met onze kiezen kauwen we het voedsel. We maken het tot een brij die we gemakkelijk kunnen inslikken.
| |
Spijsvertering
Vul in: slokdarm, maag, lever, speeksel, endeldarm.
In dit deel van de darm worden de afvalstoffen opgeslagen tot de resten uit ons lichaam worden afgescheiden. |
|
In dit orgaan komt het voorgekauwde voedsel terecht. Er komen sterke sappen bij die helpen om het voedsel te verteren. Het wordt er gekneed en gemengd tot een spijsbrij. | |
Dit is een groot bruin orgaan dat sappen afscheidt om het voedsel te helpen verteren. | |
Deze buis is ongeveer 25 cm lang en brengt door een samentrekkende beweging het voedsel naar de maag. | |
|
In 24 uur produceer je er ongeveer 1,5 liter. |
Hoe mooi! Het zicht
Vul in: ooglid, pupil, wenkbrauwen, oogwit, wimpers, iris.
1 | |
2 | |
3 | |
4 Door de | valt het licht naar binnen.|
5 | |
6 |
Wat zeg je?
Vul in: trommelvlies, oorschelp en gehoorgang.
|
Je | (1) is goed te zien aan de buitenzijde van je oor.
Door de
|
(2) komen de geluiden binnen in je hoofd.|
Op het einde van de gehoorgang zit het
|
(3). Dat gaat trillen door het geluid.
Auw ...!
Kruis aan wat juist is!
Met de huid voel je maar één soort prikkel.
| |
De tastzintuigjes in je huid reageren op een aanraking.
| |
De huid is overal even gevoelig.
| |
10 mensen op honderd hebben dezelfde vingerafdruk.
| |
Om de week hebben we een nieuwe huid.
| |