5 Proefjes

Proefjes op je lichaam


Zit rustig op je stoel. Tel hoe vaak je inademt in één minuut. Controleer het aantal keer dat je hart slaat. Maak daarna tien snelle kniebuigingen. Controleer opnieuw je ademhaling en hartslag. In rust adem je vlugger in en uit en slaat je hart sneller.

Waar Niet waar


Ik kan mijn adem zeker vijf minuten inhouden. Proberen!

Waar Niet waar


Adem uit net boven een thermometer. Herhaal dat enkele keren tot het kwik in de thermometer niet meer beweegt. Noteer de temperatuur van je adem. De temperatuur gaat tot boven de 40° Celsius.

Waar Niet waar


Laat een arm slap langs het lichaam hangen. De arm is ontspannen. Meet met de lintmeter de omtrek van de bovenarm op het dikste gedeelte. Maak een stevige vuist en buig je arm. De biceps is samengetrokken. Probeer de spierballen zo dik mogelijk te maken. Meet op dezelfde plaats de omtrek van de bovenarm. Je ondervindt dat een spier die je spant korter en dikker wordt.

Waar Niet waar     


Iedereen weet dat je alleen je hartslag kunt voelen bij de pols.

Waar Niet waar     


Ga voor de spiegel staan en bekijk je mond. Let op je tong, je gehemelte, je keel en de huig. Kijk naar je tanden. Je ziet dat al je tanden dezelfde vorm hebben. Je ziet vier soorten tanden. Die tanden staan door elkaar.

Waar Niet waar