6 Aanpassen omgeving
De mens doet aanpassingen
Vul in:
waterzuiveringsstations, bemesting, hoogspanningslijnen, irrigatie, autosnelwegen, terrils, sluizen, plassen, platformen, kanaal. |
De mens probeerde de natuur naar zijn hand te zetten. Hij wilde zijn
leefruimte uitbreiden. Meer en meer gronden worden vruchtbaar door ... |
|
.
Droge gronden worden landbouwgrond door bevloeiing of ... | |
Mensen graven naar grondstoffen. Dat verandert het landschap. Steenafval komt uit de mijnen terecht op mijnafvalbergen of ... | . |
Grote putten waaruit de mens klei haalde, worden vijvers en ... | . |
Men boort naar olie en gas vanop grote ... | . |
Steden en dorpen zijn ontstaan dicht bij het water. De mens helpt een handje. Hij maakt rivieren bevaarbaar. Waar geen natuurlijke waterweg is graaft de mens een ... |
|
.
Als het verval te groot is bouwt men ... | . |
Voor het vervoer van elektriciteit verschijnen overal ... |
|
.
Voor algemeen transport over de weg legt men overal... aan |
|
.
Men heeft oog voor het milieu met de bouw van ... |
|
.