2 Hoe transporteren - welke transportmiddelen
Invuloefening
Voor het transport van mens, dier en ding maken we gebruik van voertuigen en andere transportmiddelen. Kruis de verschillende mogelijkheden aan. Zet een X (ja) of een - (nee).
voertuigen | andere transportmiddelen | ||
school |
|
fiets bus auto trein vliegtuig |
schooltas rugzak duikboot enz.
|
boodschappen |
fiets tram auto raket kruiwagen |
isoleertas boodschappenkarretje draagtas enz.
|
|
werk |
|
tram metro bus vliegtuig fiets |
boekentas rugzak enz..
|
vrije tijd |
luchtballon parachute boot |
veel mogelijkheden |